We waren nu te gast op de Mafundzalo Ranch van Donald en Debbie Burton in Kabwe. Deze week zou besteed worden aan het maken van filmopnames vanuit het vliegtuig van Donald Burton en het doen van onderzoek bij de boerenzwaluwen.
Zaterdagmiddag stegen we op in de 6-persoons Cessna 206 om eerst naar Kasanka te vliegen, met de ervaren bush piloot Bill Lowry aan het stuur en Donald Burton als co-piloot. Vanuit de lucht ziet Zambia er prachtig groen uit, net zoals de kleur van de nationale vlag. We wilden landen en overnachten in Kasanka en dan van daaruit de moerassen en riviertjes filmen. Na een uurtje vliegen werd het weer snel slechter en navenant het zicht. We vlogen door kletterende regenbuien en mistige flarden laaghangende bewolking. Tegen de avond hadden we de Kasanka airstrip nog niet gevonden en werden we gedwongen uit te wijken naar Mkushi voordat het donker werd. Daar kregen we onderdak we bij een bevriende boer.
Omdat de volgende ochtend de weersvooruitzichten voor de regio Kasanka nog erg slecht waren, besloten we met een boog via de Kafue River en het Lukanga moeras terug te vliegen naar Kabwe.
Vanuit de lucht kon je prachtig de meanderende rivier zien omzoomd door plasjes en rietmoerassen. Ook de kleine erfjes met riethutjes van de bewoners van deze gebieden waren vanuit de lucht prachtig zichtbaar. Een paar vissers in hun houten kano's in het uitgestrekte Lukanga Swamp keken verbaasd omhoog toen we laag overvlogen. Even na de middag landden we weer op de airstrip van onze ranch. Hoewel we niet precies bereikt hadden wat we wilden was het een prachtige en enerverende tocht die ik niet graag had willen missen.
Projectleider Willem Bohlmeijer wilde in zijn onderzoek naar de functie en rol van vitamine D bij mens en dier ook een aantal boerenzwaluwen onderzoeken. Daartoe hadden de Universiteit van Zambia (UNZA) in Lusaka een container met vloeibare stikstof ter beschikking gesteld om de monsters diepgevroren te bewaren. Van een vijftigtal vogels zou een druppel bloed worden afgenomen en een cloaca uitstrijkje gemaakt worden. De vangplek in Kabwe zou daarvoor gebruikt worden. Uit voorzorg had ik 's middags nog een extra baantje in een ernaast gelegen rietkraag gemaakt want een enorme groep Village Weavers Ploceus cucullatus had vrijwel het gehele rietveld in beslag genomen. Overal waren mannetjes luid zingend en roepend druk doende met het bouwen van nesten en het lokken van wijfjes. Daar houden boerenzwaluwen niet van. En dat bleek 's avonds. We vingen slechts vier vogels, in het nieuwe baantje in de ernaast gelegen rietkraag. De zwaluwen hadden kennelijk een andere plek gezocht. Zo konden wij niet voldoende vogels vangen voor het onderzoek.
We besloten daarom terug te gaan naar Kasanka om daar de benodigde onderzoeksvogels te vangen. Het was wel een lange rit maar we hadden geen keus.
Geluidsman Ian was intussen geveld door een virusinfectie en Willem kreeg bericht dat zijn zoontje ernstig ziek was opgenomen in het ziekenhuis en in coma verkeerde. Hij besloot daarom de volgende dag terug te vliegen naar huis.
Frank Willems was blij ons weer te zien en 's avonds gingen we direct naar de vangplaats. Het water was intussen flink gezakt zodat we met laarzen door de geul het bijna drooggevallen vangpad konden bereiken. Het was een prachtige avond met mooie zonsondergang maar met weinig zwaluwen. Met vier netten konden we met moeite 16 boerenzwaluwen vangen. De bijvangst van drie Grote Karekieten en een prachtige White-fronted Bee-eater Merops bullockoides was mooi maar niet ons onderzoeksdoel.
De volgende ochtend gingen Frank en ik de vogels afhandelen. Als ecoloog/bioloog had Frank wel ervaring hiermee maar verschilde enigszins van zijn werk aan grauwe ganzen. Het afhandelen van elke vogel kostte gemiddeld tien minuten zodat we een flink deel van de ochtend bezig waren. Cameraman Wout filmde het hele proces.
We hadden nog een avond om te vangen. Weer een prachtige zonsondergang met opnieuw weinig zwaluwen. We vingen er nu 26 en een vrij zeldzame juveniele Blue-throated Bee-eater Merops variegatus, volgens Frank van de ondersoort bangweuluensis.
Het was de volgende morgen zeer plezierig werken op de prachtige onderzoeksplek op Wasa Lodge. Rond elf uur hadden we alle vogels afgehandeld en vertrokken we richting Lusaka. Om zes uur streken we neer in Fringilla Lodge bij Chisamba, waar we weer even tot rust kwamen bij een koel biertje. Ian kon helaas niet meegenieten en verbleef voortdurend met koorts en vermoeidheidsklachten in bed. Willem sms-te dat het gelukkig weer beter ging met zijn zoontje, maar dat ook zijn vrouw nu geveld was door het virus.
Wout wilde nog graag wat boerenzwaluwen filmen bij koeien en daarom reden we de volgende ochtend eerst nog het terrein bij Zambeef binnen waar veel vee aanwezig was. Hier waren wel flinke aantallen zwaluwen die constant laag over de grond en rond het vee op vliegen joegen. Het water bij de dam stond helaas nog steeds erg hoog.
's Middags leverden we de stikstofcontainer weer af bij UNZA, waar alles keurig verpakt en gelabeld werd opgeslagen bij min 80 graden Celsius, wachtend om te worden verstuurd naar Nederland. Na een overnachting in Pioneer Camp, niet ver van het vliegveld, stapten Wout en een nog steeds zieke Ian zaterdagochtend in het vliegtuig terug naar Nederland.
Zelf ga ik nu allerlei andere leuke dingen doen. Wellicht ook nog in Chisamba proberen wat zwaluwen te vangen�. als het water niet te hoog staat.
Zambia 2013 week 5